Als BN'er door de Filipijnen

26 maart 2017 - Moalboal, Filipijnen

Oke, we werden de afgelopen maanden in Azië best een beetje bekeken zo nu en dan, en een Japanner schoot hier en daar weleens een plaatje van ons als witte mensen in hun onnatuurlijke habitat. Maar hier op de Filipijnen ervaren we tot nu toe het volledige BN’er pakketje. Mensen zitten omgedraaid op de scooter om ons nog net wat langer na te kunnen staren, mensen gapen ons aan, giechelen, wijzen, zwaaien. Mensen willen met het gekke lange blonde mens op de foto. Alles erop en eraan. Best vermoeiend, zo populair door het leven gaan. Maar het gebrek aan toeristen maakt het hier ook wel weer even anders en leuk.

Zo probeerden we maandag bij Mount Isarog Natural Park te komen om daar de Malabsay Falls te bekijken. Na wat gegoogle de avond ervoor dachten we er met een Jeepney wel te komen. Dat is veruit het meest populaire vervoersmiddel op de Filipijnen, een langgerekte soort zelfgebouwde metalen jeep met twee banken langs de zijkant waar naar hartenlust mensen in gepropt kunnen worden. De Jeepneychauffeurs stonden echter niet te springen om ons die kant op te brengen, en verder dan een dorpje in de buurt kwamen ze niet. Uiteindelijk besloten we met de taxi te gaan en maakten we een redelijk goede deal met de desbetreffende chauffeur die ons die middag ook weer zou komen ophalen. Het werd een opaatje die de pensioensleeftijd al wel zo ongeveer bereikt had maar ons met zijn auto graag nog even naar de watervallen scheurde. Hij was helemaal in zijn elementje met twee witte mensen op de achterbank en besloot zelfs een filmpje van ons te maken met zijn telefoon. Toen we hem een dropje aanboden kon zijn dag niet meer stuk en reden we opeens nog maar de helft zo hard omdat hij al zijn aandacht nodig had om het kleverige snoepje weg te werken met zijn enigszins uitgedunde gebit. De watervallen waren fantastisch! Totaal afgelegen in één grote groene oase stortte het water van de bergwand naar beneden. Bij aankomst troffen we nog wat locals aan die al hun potten en pannen hadden meegesleept om wat te eten bij de waterval. Maar nadat we een frisse duik in het water hadden genomen vertrok de familie en hadden we de waterval helemaal voor onszelf! Hier hebben we heerlijk in alle rust met het geklater van de waterval op de achtergrond van onze lunch genoten, fantastisch! Er scheen nog een andere waterval te zijn, dus we trokken, na alle aangeboden tours van de gidsen afgeslagen te hebben, verder de jungle in op zoek naar de waterval. Met onze inmiddels zeer getrainde oortjes dachten we de waterval te hebben gelokaliseerd dus we verlieten het pad en daalden de berg af richting het water. Na wat geklim en geklauter kwamen we inderdaad bij een beekje uit, maar de waterval was nergens te bekennen. Wel troffen we een prachtig felgroene oase aan en leken we even helemaal alleen op de wereld. Martijn, die het avonturiersvirus nu echt te pakken had, besloot nog wat verder de rotsen over te kruipen op zoek naar de waterval en gleed met beide schoentjes het water in. Vijftien seconden daarvoor was ik met tas en al van de rots het water in gegleden, waarbij ik de tas nog net had kunnen redden. Avonturier word je dus niet zomaar! Terwijl we allebei met soppende schoentjes aan de glibberige terugtocht begonnen hoorden we in de verte opeens geroep van één van de gidsen. Meneer had inmiddels twee andere toeristen naar de waterval geleid en toen hij ons daar niet aantrof was hij maar eens poolshoogte komen nemen. Onze reddende engel leidde ons terug naar het pad en bracht ons bij de waterval. Deze was zo mogelijk nog mooier dan de eerste, de eerste kennismaking met de Filipijnse natuur was dan ook helemaal geslaagd. Helemaal één met de natuur trof Martijn even later ook nog een enorme bloedzuiger op zijn arm aan. Deze werd gelukkig gillend en totaal in paniek binnen enkele seconden met een spastische beweging verwijderd. De bloedzuiger gaf zich niet zomaar gewonnen, maar Martijn overwon met een dapper Freek Vonk-optreden.

Toen we op de afgesproken tijd weer onderaan de berg stonden bleek onze taxichauffeur daar de hele dag gewoon gebivakkeerd te hebben. Eén ritje heen en weer naar deze afgelegen waterval met twee toeristen was voor het mannetje blijkbaar de max, dus hij had de rest van de dag lekker liggen tukken, chillen én een filmpje gemonteerd. Jazeker, het oude baasje had niet stil gezeten. Tijdens de rit naar huis werd ons namelijk opeens een zelfgemaakt filmpje op zijn crappy telefoontje getoond. Inclusief beelden van ons die hij blijkbaar meteen al was beginnen te maken toen we uit de taxi waren gestapt, en verder wat beelden van wat hijzelf die dag allemaal had beleefd. Hilarisch! Met een kleine fooi en nog twee dropjes wist de man niet meer waar hij het moest zoeken toen we zijn auto verlieten.

Bij terugkomst in ons hotel weigerde onze deur open te gaan met de sleutel. Nadat het opgeroepen personeel een beetje met de sleutel had gefrummeld en met serieuze blikken naar het slot had gestaard waren de opties blijkbaar meteen al op en werd er een hamer bijgehaald. Met een enorme ram werd het volledige slot uit de deur geramd met daarbij het vriendelijke verzoek of we even een verdieping naar beneden wilden verhuizen. Gelukkig zijn wij tegenwoordig binnen no time ingepakt en werkte het slot op de nieuwe kamer naar behoren.

De volgende dag namen we de minibus vanuit Naga naar het zuidelijkere gelegen Legazpi. Bij het busstation aangekomen zou de minibus komen wanneer die zou komen, werd hij zo volgestopt als kon en vertrokken wij uiteindelijk een half uurtje later richting Legazpi met onze backpacks op schoot om vervolgens drie en half uur later met spierpijn en kramp op plekken waarvan we niet wisten dat we het konden krijgen uit de bus te vallen. ’s Middags hebben we het stadje bekeken. Een stadje dat wederom totaal geen toeristen gewend is, wat vreemd is omdat er een fantastische vulkaan te vinden is. Vanuit bijna elke hoek van dit stadje doemt Mount Mayon pikzwart tegen de blauwe lucht op. Mount Mayon is de meest actieve vulkaan van de Filipijnen en ook de meest symmetrische vulkaan ter wereld met een bijna perfecte kegelvorm. Woensdag hebben we de vulkaan van dichtbij bekeken door met een quad over de gestolde lava van de laatste uitbarsting in 2006 naar boven te scheuren. Een hele gave en ruige rit door rivieren en over rotsen. Bij het basiskamp aangekomen restte alleen nog een kleine voettocht naar boven richting de lavawall. Dit is een grote muur van lava die daar bij de laatste uitbarsting is ontstaan. Na van het prachtige uitzicht op Legazpi, de Golf van Albay en de top van de vulkaan te hebben genoten, roetsjten we met de zipline van de lavawall terug naar het basiskamp. Daarna volgde de rit met de quad weer naar beneden. Een heel gaaf avontuur!

Mount Mayon hadden we nog steeds niet volledig gezien omdat hij overdag bijna altijd schuilgaat achter wolken en hij zich meestal alleen ’s ochtends net na zonsopkomst tussen zes en zeven uur laat zien. We besloten dus de volgende dag, toegewijd als we zijn, het wekkertje vroeg te zetten om voor dag en voor dauw te kunnen genieten van de volledige vulkaan. Anders dan het mislukte vroeg opstaan verhaal een tijdje terug bij Angkor Wat in Cambodja liep dit volledig volgens plan en was de vulkaan van beneden naar boven te aanschouwen. Heerlijk om op een paar rotsen middenin de kabbelende zee wakker te worden met dit prachtige uitzicht. Wij wisten toen natuurlijk nog niet dat de vulkaan vervolgens heel uniek twee volledige dagen vol in het zicht zou blijven, maar ach, het was het vroege opstaan dubbel en dwars waard! Na het ontbijt vertrokken we geheel in stijl met de Jeepney naar de Cagsawa Ruins. Hier is een overblijfsel te vinden van het stadje Cagsawa dat bij een uitbarsting van Mount Mayon in de 19e eeuw volledig verwoest werd. Naast de ruïne was ook hier het uitzicht op de machtig opdoemende vulkaan weer fenomenaal. Vanaf de ruïnes vertrokken we met een tricycle (een brommertje met een klein bakje ernaast dat groot genoeg is voor één persoon en misschien twee kleine Filipijntjes, maar zeker niet voor twee grote zwetende plakkende van elkaar af glijdende witte mensen) naar Lignon Hill. Als je deze heuvel beklimt krijg je een prachtig uitzicht op Legazpi en omgeving, waaronder natuurlijk Mount Mayon. Deze tocht naar boven was een kleine uitdaging aangezien de temperatuur inmiddels op het warmst van de dag richting de veertig graden begon op te lopen. Maar het was me uiteindelijk de lunchlocatie wel hoor! De rest van de middag werd gevuld met chillen en een kappersbezoekje van Martijn à 70 eurocent.

Vrijdag zouden we eind van de middag van Legazpi naar Cebu vliegen, een eiland verder naar het zuiden. Tot halverwege de middag vermaakten wij ons in de mall waar een airco te vinden was, waar we onder andere genoten van een Starbucksbezoekje met uitzicht op de vulkaan vanaf het buitenterras. Rond drie uur vertrokken we wederom in een veel te kleine tricycle naar het vliegveld waarin we nu tot ons afgrijzen ook nog eens vergezeld werden van onze backpacks. Het werd een plakkerig ritje. Op het vliegveld bewogen we ons in vijf minuten van de ‘incheckbalie’ door de ‘security’ naar één van de twee ‘gates’. Het ‘vliegveld’ van Legazpi is zegmaar niet veel soeps. Net voor de security moesten we nog wel even langs een loketje waar we een ‘terminal fee’ moesten betalen aan een mevrouwtje. Nadat Martijn een dag eerder al was opgelicht door een toiletmevrouwtje die om meer geld vroeg vanwege de omvang van zijn, hoe zeg ik het netjes, drol, trok hij nu het vrouwtje bijna door het loket heen toen ze ons om de terminal fee vroeg. Gelukkig wist ik de boel rustig te houden en dwong ik Martijn vriendelijk doch dwingend het geld toch maar gewoon over te dragen. Het was maarliefst vijf en halve euro waar de jongen zich druk om maakte… Onze vlucht zou om vijf uur vertrekken maar kwart voor vijf werden we verblijd met de melding dat de vlucht twee en half uur vertraging had. Gelukkig kregen alle passagiers een uurtje later wel een gratis hamburger en een cola aangeboden. Daarnaast bood het vliegveld betere wifi dan we tot dan toe op de Filipijnen hadden gehad en heb ik me vermaakt met de laatste paar afleveringen van Boer Zoekt Vrouw. Half acht was het dan zover en stond ons schattige propellervliegtuigje klaar om ons naar Cebu te vliegen. Daar aangekomen konden we ons door een fijne actie van Uber gratis naar ons uitgezochte hotel laten rijden. Onze taxichauffeur kreeg helaas wel een lekke band, dus de laatste vijfhonderd meter werd te voet afgelegd. Vervolgens bleek ons uitgezochte hotel ook nog eens een vies hol te zijn en moesten we op zoek naar wat anders. Poging na poging mislukte want alles zat vol. Uiteindelijk vonden we om half elf een fijn pension en konden we naar bed.

Gisteren hebben we Cebu City bekeken. Hier waren we in een ochtendje klaar mee want er was, zoals we gewend zijn van de wat grotere steden hier, niet veel te zien. Wel hebben we een rondleiding gekregen door een huis uit de 18e eeuw, gebouwd door de Jezuïeten die hier op missionarisreis waren. Heel veel meer kan ik over het huis niet vertellen want de rondleiding werd gegeven door een 24-jarige Filipijnse student die plannen had om in Nederland te gaan studeren, dus al snel praatten we over hele andere dingen dan wat de opzet van de rondleiding was. Geen enkel probleem want het was echt heel leuk om te horen hoe het leven van een student er op de Filipijnen uitziet en hoe hij overal tegenaan keek. Nogal een contrast om na het interessante gesprek met deze welvarende student vervolgens bij het naar buiten stappen van het huis struikelend over de op straat wonende mensen onze tocht voort te zetten.

Vanochtend namen we opnieuw een minibus, dit keer met Moalboal als eindbestemming. Deze minivan zou vandaag gaan, maar wanneer wist niemand. Uiteindelijk zaten we met ongeveer negen man een uurtje te wachten, wat een prima passagiersaantal voor het busje zou zijn geweest. Maar toen het busje daadwerkelijk arriveerde kwamen er opeens uit allerlei hoeken en gaten Filipino’s die voor ons het busje in sprongen. Na een uur wachten het busje zonder ons weg zien rijden was geen optie, dus we vochten ons een weg naar binnen. We kregen het vriendelijke doch dwingende verzoek voor vier personen te betalen vanwege de omvang van onze tas, maar daar gingen we natuurlijk niet aan beginnen. Dus namen we de tassen op schoot en namen er nog twee mensen naast ons plaats. Zo vertrokken we vastgeklemd tussen onze tassen, het raam, elkaar en het plafond naar Moalboal. Moalboal bleek het paradijsje te zijn waarop we hadden gehoopt. Na een snelle lunch liepen we ons hostel uit, staken de straat over en letterlijk twee minuten later hingen we met onze snorkels boven een zeeschildpad! Was dat even gaaf! De hele middag hebben we ons vermaakt met snorkelen en tussendoor op het strand wegroosteren. Daarna genoten we onder het genot van een heerlijke banaan- en kokosshake van waarschijnlijk de mooiste zonsondergang die we allebei ooit hebben gezien. De zon zakte langzaam weg achter de bergen van het tegenoverliggende eiland en de lucht veranderde in een schilderij met de meest mooie kleuren. Echt een bizarre gewaarwording!

Tot nu toe maakt de Filipijnen onze verwachtingen in ieder geval meer dan waar, dus we genieten hier nog een paar weekjes verder!

P.S. De foto's houden jullie helaas van ons tegoed, want ook de internetverbinding leidt hier een relaxt eilandbestaan.

Foto’s

2 Reacties

  1. A. Verbeek-Veldhuizen:
    26 maart 2017
    Opnieuw veel meegemaakt, veel gezien, meevallers en tegenvallers, uitglijders, bloedzuigers. Tot troost een strand, snorkelen en een prachtige zonsondergang.
    Bedankt en weer groeten van oma.
  2. N. Donselaar:
    29 maart 2017
    Wat heerlijk avonturiers. Ik wilde net schrijven dat ik toch wel heel nieuwsgierig ben naar de foto´s, maar ik lees het al: die houden we nog tegoed.